Geen toeval (see below for English)
Door: Gea Wijers
Blijf op de hoogte en volg Gea
04 Mei 2007 | Filipijnen, Cebu City
“Dus als je ons hier ‘malipayon’ tegen elkaar hoort zeggen, dan moet je dat echt niet serieus nemen”, zegt Laurent terwijl hij de stekker van mijn computer nog eens aandrukt. “Dat betekent ‘flikkerrr’ zoals jullie zeggen in het Nederlands, maar dat zijn we natuurlijk niet!”, een grijns verschijnt en zijn donkere ogen glimmen, hij kijkt even naar Alma die naast me staat: “Luis van bij de bibliotheek dat is een ‘flikkerrr’, maar wij niet dus”, hij maakt nog eens een fllinke horizontale zwaai met zijn hand alsof hij het wil onderstrepen. “Wij zeggen het alleen maar tegen elkaar omdat we mannen zijn, weet je wel, wij maken maar gein”. Van Alma hoor ik later dat Laurent meestal de eerste en grootste vriend is van de vele Nederlandse studenten die een werkplek vinden in de verzameling computers die hier in de kelder van de Universiteit van San Carlos staan opgesteld. Lauren kent allerlei Nederlandse woorden, meestal van het wat gruizige genre, en leert me graag en meteen hoe ik in het Cebuaanse dialect “goedemorgen” en “dankjewel” behoor te zeggen. Laurent is de vleesgeworden praktijk van die ‘internationale linkage’ waar het kantoor van mijn contactpersoon aan de San Carlos Universiteit, Father Ted Murnane, zich naar heeft vernoemd. De assistente van Father Ted, Alma, leidt me verder rond door de universiteit. Het is mijn tweede dag in Cebu.
En hier zit ik 3 dagen later een bericht aan jullie te typen om 6 uur op de vrijdagochtend, het is 5 mei. Vanuit mijn kamer in het Honeybee Royal Inn hotel kijk ik uit op de universiteit aan de overkant van de weg. De tussenliggende straat is, volgens horen en zeggen, 1 van de meest gevaarlijk van Cebu na zonsondergang. Ik heb er weinig van gemerkt want heb alleen nog maar zitten werken aan het kleine tafeltje in mijn hotelkamer. En nu, bij zonsopgang, beginnen de eerste auto’s buiten alweer voorbij te razen. Over twee uur zal ik voor de klas staan om een klein gastcollege te geven (niets bijzonders, een soort introductie van mijn onderzoek), zodadelijk ga ik verder met mijn voorbereiding. Het is druk ineens, maar ik doe het graag voor Jiah Sayson, een getalenteerde jonge docente Politicologie die gespecialiseerd blijkt in mijn afstudeeronderwerp en zelfs een trimester lang in Den Haag gestudeerd heeft. Na een lunch met haar op woensdag geloofde ik weer in het gegeven dat toeval niet bestaat. In het Cebuaanse dialect zou je zelfs onze namen hetzelfde uitspreken! (Nog los van het feit dat deze een zelfde bron moeten hebben: Gea van de Griekse godin van de aarde en Jiah naar de Indiase godin van het leven).Ik kijk ernaar uit in de komende weken met haar verder te discussieren over de Filippijnse politiek.
De paar dagen sinds mijn aankomst lijken weken. Gisteren herkende de portier van het internetcafe me al toen ik voorbij kwam lopen; “Good morning Ma’am”. Ik zei, met dank aan de lessen van Laurent, “goedemorgen” terug en “dankjewel”: “Salamat” toen hij de deur voor me open hield. In de bibliotheek van de universiteit vraagt de ‘guard’ niet eens meer naar mijn pasje, hij weet nu wel dat ik een ‘researcher’ ben die bij Alma hoort. Ik begin me al aardig thuis te voelen. De tijd zal gaan vliegen hier! Ik hoop dat ik het allemaal een beetje bij kan houden. Maar dat hoef ik hier niet aan het toeval over te laten, het zal zeker niet aan een gebrek aan inspirerende mensen liggen.
NO COINCIDENCE
(also check out the photos with this text, the photo of my class is from Holland)
“So if you hear us say ‘baray’ to one another, then you really shouldn’t take that seriously”, Laurent says, as he gives an extra push to the computer plug. “It means ‘flikkerr’ (faggot) as you would say in Dutch, but ofcourse we are not!”, there’s a grin on his face now and his darks eyes twinkle, briefly he sneaks a peak at Alma standing next to me: “Luis upstairs in the library, that is a ‘flikkerr’, but not us”, and he emphasizes his words with an extra wave of his hand, as if to underline them. “We only say this because we are men making, you know, having fun”. Later on, Alma tells me that Laurent usually makes friends first, with any of the many Dutch students that visit this collection of computers hidden away in the cellars of the University of San Carlos. He knows all kind of Dutch words, most of them of shady origin, en is glad to teach me how to say “good morning” and “thank you” in the Cebuan dialect right away. Laurent is the living proof of the ‘international linkage’ that has named the office of my contact at San Carlos University, Father Ted Murnane. Father Ted’s assistant, Alma, shows me around the University. It’s my second day in Cebu.
And here I am, 3 days later, typing a message to you at 6 o’clock on a fridaymorning, it’s May 5. From my room in the Honeybee Inn hotel I can see the University at the other side of the road. The street in between is, as rumor has it, one of the most dangerous in Cebu after sunset. I haven’t noticed as I have been working mostly, sat at that time at the little table in my hotelroom. And now, at sunrise, the first cars are already starting to zoom past. In two hours I’ll be standing in front of a group of students to host a guestclass (nothing major, just a introduction of my research), I’ll need to continue my preparations soon. It is busy, but I am happy to do this for Jiah Sayson, a talented young teacher in Political science. She specializes in my subject and has even studied in The Hague for a trimester. After having lunch with her on Wednesday I reconfirmed my conviction that there is no such thing as coincidence. In the Cebuan dialect you would even pronounce our names the same way! (Leave alone the fact that our names seem to have the same source: Gea from Gaia, the Greek goddess of the earth and Jiah from the Indian goddess of life). I’m looking forward to lots of discussions on Filippino politics with her in the coming weeks.
The few days since my arrival feel like weeks. Yesterday I was recognized by the guard at my internetcafe as I came walking by: “Good morning, Ma’am”. I answered, thanking Laurent in my mind, with a Cebuan “good morning” and “thank you”: “Selamat”, when he opened the door for me. At the university libraby the guard doesn’t even check my pass anymore, he recognizes me for the researcher that belongs to Alma. I’m starting to feel right at home. Time will fly! I just hope I can keep up with it. But that should be no problem or coincidence, it won’t be for the lack of inspiring people keeping me on track.
-
04 Mei 2007 - 08:49
Angela :
Hi Gea,
Ik zit met groot genot je berichten te lezen en zie dat je op je eiland al een dag verder bent (hier is het nog steeds 4 mei). Vergeet in je 'working spirit' niet om ook nog van de 'Pilipins' te genieten (;-).
Pas goed op jezelf op en heel veel plezier,
Angela -
04 Mei 2007 - 11:12
Hester:
goed zo! inspirerende mensen; heerlijk voor je!
zoen
-
04 Mei 2007 - 12:48
Gijs:
Hallo buurvrouw!
Ziet eruit alsof je het enorm naar je zin hebt daar, veel plezier en werk ze!
Groet,
je buurman in Watergraafsmeer -
04 Mei 2007 - 19:54
Ella:
Hoi Gea,
Volgens mij ben je al meteen full speed gegaan daar tussen de "Filipino's", dat kan volgens mij ook niet anders als je Gea Wijers bent! Succes bij alles en probeer tussen alle drukke bezigheden door ook nog te genieten!
Liefs, Ella
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley