Schuld & Boete
Door: Gea Wijers
Blijf op de hoogte en volg Gea
07 Oktober 2011 | Cambodja, Phnom-Penh
Als tegenprestatie hebben zij mij behoorlijk overhoop gehaald, emotioneel dan.
Daarnaast was er nog die vrouw die mij in tranen heeft gekregen.
Zoals ze zeggen: “It’s all in a day’s work”
En dat is het dan ook. Dit is mijn klus, deze emotionele gesprekken. Ik schaam me er bijna voor dat ik nog steeds zo geraakt ben door al die bijzondere verhalen, het niet professioneel van me af kan zetten. Misschien is het omdat ik zo dankbaar ben daar te zitten en het vertrouwen te krijgen. Dat mensen niet bang zijn zich voor mij, een onbekende, te laten zien en kennen. Het zijn gesprekken die erin hakken. Aan allebei de kanten. Al zullen zij dat bij mij misschien niet altijd merken of weten.
Als iemand huilt is dat een teken van emotie, ik ga daar niet op in en laat het rustig gebeuren. Maar misschien vind ik het lachen soms nog wel ongemakkelijker. Het is een uitnodiging om mee te doen en dat lukt me vaak niet. Sommige dingen zijn gewoon niet om te lachen.
“Basically the Khmer Rouge needed the people to be a buffer from the Vietnamese army. We were taken as a human shield. My family left the trail and escaped all this. I was 2 years old and I don’t have memories. That could be good, but I really want to understand what’s been going on back then.”
Hij kijkt me aan met een grote grijns op zijn gezicht, alsof hij net een goede grap heeft verteld. Laten we hem Pol noemen. Een beetje mollige, toegankelijke gezellig Cambodjaan die is opgegroeid in Amerika. Toen hij 28 was ging hij terug naar Cambodja en werd succesvol. Directeur, activist en winnaar van de een belangrijke Award for Human Rights 2011. Hij is nu maar een paar jaar jonger als ik. Belachelijk jong om zo’n positie te hebben in het wereldje van mensenrechtenorganisaties in Cambodja. Een mensenmens vol twijfels, een risiconemer, een ondernemer. Hij geeft me zijn hele morgen om mijn vragen te stellen. Herinneringen komen boven. Hij was nog maar acht jaar oud toen hij met zijn moeder en vijf broers Cambodja verliet en dekking zocht in een vluchtelingenkamp op de Thaise grens.
“Back in the refugeecamp. It’s like, one day you know you will be gone. You will be destroyed and all split up from your family. The whole time we hear d about people being arrested. So many people and so many tragic stories”
Hij vertelt me allerlei verhalen, kan niet ophouden. Terwijl dit niet meteen is waar ik over wil praten.
“They shot a lot of people, when they were trying to escape. The Thai abused us. I heard a lot but also saw much of it. I have memories as a kid of a guy they arrested and they kicked him and finally pulled him into a military truck and then this guy pulled a knife and stabbed him in the back. I just stood and looked at that and was very sad”
En weer die grijns, bijna dwingend is hij aan het lachen. Alsof hij wil dat ik met hem mee lach, doe alsof het allemaal niet zo erg is. Het lukt me niet. Ik voel me opgelaten als hij bijna dwangmatig doorgaat over dat kamp en zich niet laat onderbreken. Wat wil hij van mij? Waarom dit verhaal?
Ik vraag hem hoe hij vrede heeft gemaakt met deze periode uit zijn leven. Hoe hij nu kan samenwerken met de Thai en met de Vietnamese organisaties. Ik vraag hem of hij het gevoel heeft dat hij iets goed te maken heeft tegenover al die anonieme kampgenoten die zijn familie hebben geholpen.
Terwijl de glimlach nog aan zijn lippen kleeft zie ik hoe zijn rug zich bijna onbewust kromt en hij langzaam een beetje terugzakt in zijn stoel. Tranen in zijn ogen. Maar hij blijft doorpraten. Niets aan de hand. Pal verandert van onderwerp en begint te vertellen over zijn succesvolle broers die de politiek zijn ingegaan. Ik doe maar of ik die tranen niet heb gezien. Ze staan de rest van de dag in mijn ziel gekerfd, samen met die akelige grijns, die maar niet van zijn gezicht afging. Voor Pal lijkt het leven nog een kwestie van schuld en boete.
Een paar dagen later zie ik ‘Dan’. Een magere man met doorgroefd gelaat en een paar duidelijke Chinese trekken. Hij is nu in de 50 en een paar jaar geleden teruggekeerd naar Cambodja na een heel leven in Amerika. Na een scheiding, een loopbaan en het grootbrengen van drie kinderen. Na het zweren, voor vele jaren, dat hij niets, niets, niets met Cambodja te maken wilde hebben. Zijn verhaal begint zo.
“My parents did not have a lot of education so they did not get involved in politics. Yes.. nearing the Pol Pot regime I was targeted and I got stuck in the camps for four and a half years. Basically I am not supposed to be alive at all. A couple of times I was almost dead. I escaped and escaped and I was just lucky.”
Een rustige glimlach glijdt over zijn gezicht, bijna alsof hij een kalmeringspilletje heeft genomen. Deze man straalt vrede uit. Gek genoeg. Deze man straalt een enorm geluk uit. Zit goed in zijn vel. Terwijl hij me blijft benadrukken dat hij ABSOLUUT niet gelovig is en dat ook grote onzin vindt. Dat hij zeker geen Boeddhist is en dat de Cambodjanen zich maar laten foppen door dat soort overtuigingen.
“I think I just want to call myself humanist. I think that’s better. I do not like religion. This week there was Pchum Ben and feeding the dead. Why do we do that! I had a discussion with someone and he said that we do that because otherwise people will go hungry. I said: ’how do you know?’ He just said that he had been told . But he had been brainwashed! These are not facts that are necessarily true. I’ve always been a bit scared of religion but never very convinced. I don’t believe that these things can really happen.”
Voor mij smaakt alles aan hem naar het pure Boeddhisme. Zijn rust, zijn relativeringsvermogen, zijn keuze om alles achter zich te laten en in een hutje in de jungle te gaan wonen om daar een school op te zetten. Hij heeft alle verlangens achter zich gelaten en heeft rust gevonden in zijn eigen hoofd en in zijn gemeenschap. Daar is hij gelukkig al heeft hij helemaal niets.
“Starting around 1993 I started to think about returning. More and more people were talking about the elections. I was getting bored in the US and my marriage was not working. I was depressed really. Kept on wondering:‘Wow, what’s next?’ I wanted to make myself happy. I had nightmares about 10 years about the time in the refugeecamps and I never really had counseling. Always me, running away in the Jungle with Pol Pot people chasing me. “
Hij blijft zeggen hoe rijk hij zich voelt met zijn drie kinderen die studeren in Amerika, hem steunen in wat hij doet, trots op hem zijn. En dan hier in Cambodja met de allerarmsten te mogen werken, daar heeft hij altijd van gedroomd. En dan is hij zo vereerd dat hij met mij mag praten, wat geweldig dat ik dit mooie onderzoek doe. Ik kan alleen maar terugglimlachen. Voel zijn geluk in me doorstralen. Wat een prachtige man.
“They very much understand why I wanted to go back. They are really my biggest supporters. I feel very fortunate that I have come this far. This is perhaps the happiest stage in my life. Because I was able to survive and I am now successful . I am not rich or anything but I have come to make my dream come true. Nothing can top serving the community. Nothing could be better.”
Er glijdt een traan over zijn wang, die blijft hangen in het kuiltje in zijn kin. Als ik opkijk van mijn kladblok zien zijn ogen me niet en lijkt hij geconcentreerd op de weerspiegeling van een herinnering. De traan drupt in zijn kop koffie en verdwijnt alsof hij er nooit geweest is. Hij wacht rustig op mijn volgende vraag.
“I want people to remember that I was a normal person, an ordinary person. To know that you don’t have to be rich or have a PhD and you can make a difference in the community in social issues. Not only in Cambodia but throughout the world. You don’t need a lot of money but you do it because you care so deeply about giving the poorest people a chance”
En dan is het donderdag en is de week bijna voorbij. Ik ben geabsorbeerd in het zoeken naar de beste manier om het verhaal van Pal en Dan een plek te geven in mijn onderzoek. In mijn hoofd. Ze niet te sterk in mijn hart te sluiten. Het waren maar interviews, ze komen op de grote stapel van audiobestanden van al die bijzondere verhalen. De bibliotheek van mensen in mijn hoofd. In hun leven ben ik niemand, waarschijnlijk.
De volgende dag kom ik San tegen met haar dochter Bonita. Mijn nieuwste vriendin en PhD collega bij de Cambodia Research Group is na 8 maanden in Amsterdam nu weer terug bij haar gezin in Phnom Penh, nog aardig onder de jetlag en dolgelukkig haar groot gegroeide dochter terug te zien. San geeft me een geweldige grijns. Wat fijn om elkaar weer te zien. Hier besta ik.
Happy days. Vandaag is de dag dat ik iemand ga terugzien die de aanleiding was voor dit hele onderzoek. Die na al die jaren in mijn hoofd en hart is gebleven, en ik blijkbaar ook in die van haar. Mijn lieve Canadees Cambodjaanse vriendin Vanny en ik zijn eindelijk tegelijk terug in Cambodja aan de vooravond van het huwelijk met mede- oud-collega Greg. Zo geweldig om daarbij te kunnen zijn over een paar weken. Mijn leven. Daar pink ik dan zelf weer een traantje over weg. Van geluk, welteverstaan.
-
07 Oktober 2011 - 05:54
Harold:
Intens. En mooi. Kus uit Rdam -
07 Oktober 2011 - 09:08
Nathalie:
Je weet me weer te raken met je ervaringen die je met ons wil delen. X -
07 Oktober 2011 - 12:26
Marja :
Mooie vrouw, wat doe je toch goed! Bijzondere indrukwekkende mensenverhalen! Help me onthouden dat ik je in Nederland vraag naar de aanleiding voor je onderzoek, Vanny. Na een verhaal vol mannen foto's vol vrouwen. Mooi. Veel plezier alvast ook, bij de bruiloft. Verheug me nu al op de foto's en verhalen daarvan. Liefs en dikke digitale knuffel mar
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley