Mijn grote liefdes deel 2 - en wat nieuws
Door: Gea Wijers
Blijf op de hoogte en volg Gea
16 December 2005 | Cambodja, Phnom-Penh
Hier dan het tweede deel. Gelukkig heb ik deze verhalen al een aantal weken geleden geschreven, want op dit moment zit het digitaal even niet mee! Mijn laptop heeft het begeven onder een virus. Het werd zwart en hij doet het niet meer. Nou zou dat nog te behappen zijn als ik niet net deze week thuis wil werken. Collega Wieske heeft een ernstig Moto ongeluk gehad, zonder helm was ze er nu niet meer geweest. We zijn allemaal vreselijk geschrokken, en zij was in shock. Hersenschudding en arm en been uit hun verband gerukt. Na twee dagen in de kliniek, woont ze nu bij mij om echt te herstellen. Dus ik ben druk aan het koken, wassen etc., maar zou dus graag ook nog wat werk verzetten en jullie brieven schrijven! Het spijt me, voor degenen aan wie het antwoord veel vertraging oploopt. Wies gaat goed vooruit en zal volgende week vast weer alleen thuis kunnen blijven... dan laat ik meer van me horen. En in de tussentijd het vervolg op de vorig keer. Veel plezier.
In Mei 1889 publiceerde Camillo Sitte (1843-1903) in Wenen het boek “Der Städtebau nach seinen künstlerischen Grundsätzen “ en legde daarmee de basis voor een nieuw tijdperk in de Duitse stedenbouwkundige planning. Hij oefende sterke kritiek uit op de vigerende populariteit van brede rechte boulevards, openbare pleinen ingericht naar verkeersstromen en de gewoonte om de publieke en religieuze herkenningspunten te willen ontdoen van andersoortige omliggende gebouwtjes.
Nou, het is maar goed dat hij nooit in Phnom Penh is beland want daar was hij zeker geen blije padvinder van geworden!
Sitte stelde in plaats van deze klassieke axiale “city beautiful” aanpak voor om de ontwerpgedachte achter de aanleg straten en gebouwen in middeleeuwse steden te volgen. Dus. Stedenbouwkundigen aller landen! Leg straten aan in onregelmatige patronen en met gezellige bochten om te zorgen voor steeds wisselende perspectieven!Hou op met het aanleggen van strakke kruispunten maar ontwerp juist T-splitsingen om conflicten tussen de verkeerstromen te voorkomen. Sitte is de trotse uitvinder van het zogenaamde “turbine”plein, dat is een openbare ruimte die wordt ontsloten door straten zoals de spaken in een fietswiel staan. Eigenlijk een beetje de voorloper van de rotondes waar je nu in Nederland mee wordt doodgegooid.
Vraag me niet hoe, maar in het noorden van Phnom Penh ligt een perfect voorbeeld van een plein zoals Sitte zich dat voorstelde. Het plein voor het postkantoor is een wonderbaarlijk geheel van gebouwen, neergezet rond 1895. Op de foto’s is het hopelijk een beetje zichtbaar. De openbare ruimte is onregelmatig van vorm door de radiale ontsluiting met 4 straten. Geen vaste gevelwand en geen duidelijke richting in de verkeersstroom waardoor van iedere hoek een heel ander perspectief ontstaat op o.a. het postkantoor, het politiebureau en het gebouw van de havendirectie die rond dit plein zijn neergezet. Daardoor komt ieder individueel gebouw prachtig uit de verf, en nog steeds! Er staan er een paar op instorten, maar als je je ogen een beetje naar boven richt en geen aandacht besteedt aan de mototaxis en het geroep om je heen... dan sta je gewoon in een fijn zuid-franselijk stadje! Kom maar op met de Jeu de Boulen! Voor dit pleintje koester ik fijne vlinders in mijn buik, maar...
Verliefd ben ik op de “P’sar T’mey” (de Centrale of Nieuwe markt). Midden in de stad heeft het wel iets weg van een betonnen bijenkorf waar organisch meer of minder marktkramen aangepast kunnen worden en duizenden mensen hun dagelijkse kost verdienen. En het gebouw! Neergezet in 1937 is het een sterk staaltje van Khmer Art Deco architectuur. Functionalisme op z’n Khmer.
In 1900 zijn de meeste openbare gebouwen af en heeft de Franse resident Huyn de Vernéville zijn missie verricht. Belangrijker nog is dat de Fransen het idee van een verschil tussen privébezit en een publieke ruimte introduceren in Cambodja. In de Khmer cultuur is hier geen onderscheid in (...en nog steeds hoort dit niet in de cultuur denk ik als twee meisjes op kantoor bijkans bij me op schoot kruipen terwijl ik aan het werken ben. De wens om – mentaal of fysiek- een privé ruimte te willen hebben wordt hier niet begrepen.) Er komt een systeem van administratie, een kadaster, regelgeving volgense de Code Civil, een Dienst Openbare Werken en een systeem van belasting op privé bezit om het werk aan de publieke ruimte te kunnen betalen (slimme jongens die Fransozen). Er is weer geld voor een nieuwe bouwronde en een stedelijke uitleg!
Een aantal waterwegen wordt gedempt om ruimte te maken voor groen en dat was een mooie aanloop van het werken volgens de gedachte van “de hygiënische stad” vanaf 1924. In navolging van Europa wordt gewerkt aan een moderne stad waar licht, lucht en ruimte in kunnen komen. Een rationele stad waar hygiëne kan worden gehandhaafd en mensen niet als sardientjes in een tonnetje op elkaar worden gepakt. Grote roerganger is de urbanist Ernest Hébrard, de architect van o.a. Thessaloniki in Griekenland. Beschermer van de Khmer traditie in deze decennia is Georges Groslier, de zogenaamde “ontdekker van Angkor Watt”. Georges is een universele mens: een franse Khmerfanaat geboren in Cambodja. Hij richt het Nationale Museum op, publiceert over de Khmer tradities en cultuur, en krijgt het voor elkaar krijgt dat delen van Angkor Watt op de wereldtentoonstelling in Frankrijk worden nagebouwd (!). Het lijkt aan hem te danken dat ook de architectuur haar traditionele stijlkenmerken behoudt.
Te midden van dit alles wordt de Centrale (of Nieuwe) markt gebouwt als knap staaltje civiele techniek. Even wat feiten&cijfers voor de architectuurfanatici. De plattegrond is een grieks kruis met een overkoepelde octagonale centrale hal die toegang biedt tot 4 galleriën. Deze hebben een boogoverspanning en worden afgesloten door een halve cirkel. De centrale hal heeft een diameter van 45 meter, de galerieën zijn elk 44 meter lang. De koepel is 26 meter hoog, de boogoverspanning in de galerieën is op het hoogst punte 19 meter hoog. De reusachtige ronde gele hal, is het kloppend hart van deze markt. De centrale gedachte achter het ontwerp bouwt voort op de lokale bouwtradities en jarenlange ervaring. Het Cambodjaanse klimaat maakt het noodzakelijk dat gebouwen goede bescherming bieden tegen zon en tropische stormen, dat er optimale ventilatie is en dat de afwatering goed is geregeld.
Nu wordt het ingewikkeld, ik ga een architectuurbeschrijving proberen die voor iedereen te begrijpen is. Kijk vooral naar de foto’s voor verdere verheldering.
De koepel is van gewapend beton en wordt verlicht door 5 rijen van “lantaarnen” over 8 sectoren van de koepel. Dat zijn opengewerkte verticale geledingen van een toren die het gewicht reduceren. In deze “lantaarnen” zijn op de onderste helft van iedere rij van beton een aantal vensterluiken gemaakt in een raamwerk van schuine latten, eigenlijk net als een jalouzie maar dan onbeweegbaar. Dat zijn de zogenaamde “persiennes”en deze zorgen voor de ventilatie. De bovenste helft van iedere rij zorgt voor de lichtinval door “claustra’s”, een open maaswerk van beton dat wordt afgedekt met geel glas. Iedere rij wordt dan nog eens afzonderlijk afgeschermd voor de zon door een groot betonnen afdak aan de buitenkant. Op geen enkel moment kan licht zo rechtstreeks het gebouw binnen schijnen. En dan is de koepel zo gemaakt dat het beton open stroken laat in de opbouw en kan “ademen”. Zo is er altijd voldoende frisse lucht voor de ventilatie. Duidelijk?
Ook in de gallerieën is met deze opbouw in rijen opgedeeld in persiennes en claustras gewerkt, aan de buitenkant zijn deze over de hele lengte met betonnen schermen afgewerkt. De elevatie werkt als de lichtbalken in een kathedraal. Het wonder van dit marktgebouw is dat het grote open ruimten biedt en alle moderne marktvoorzieningen. De afwatering loopt via 2 routes en zorgt ervoor dat de facade op geen enkel moment nat wordt, helemaal functioneel! Ten tijde van zijn aanbouw was dit de grootste betonnen koepel van de wereld en is er veel over gepubliceerd. P’sar T’mey heeft iets van een enorme vliegende schotel als je aan komt fietsen en doet mijn hartje altijd sneller kloppen. Nouja... jullie moeten maar komen kijken!
Dat was de verliefdheid, maar er is ook nog iemand van wie ik echt houdt. Zijn naam is Vann Molyvann! Als je tijd hebt, typ zijn naam dan vooral even in de zoekmachine en bekijk wat er te voorschijn komt. Meer over hem de volgende keer.
-
16 December 2005 - 17:31
Linda:
Lieve Gea,
Even een snel bericht uit een zeer koud Beijing. Ik had je al lang geleden een mail willen sturen, maar het is weer rennen naar talloze afspraken. Kortom, het gaat volledig volgens Chinees schema! De architectuurverhalen ga ik dan ook rustig lezen na terugkomst in Nederland. Ik mail je snel.
Liefs Linda
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley