Pijn is fijn
Door: Gea Wijers
Blijf op de hoogte en volg Gea
14 Februari 2006 | Cambodja, Phnom-Penh
Vandaag heb ik pijn gezien, en het was vrijwel onherkenbaar. Nu dwaalt de vraag door mijn brein: is pijn fijn? Op 11 februari wordt door Hindoestanen “Thaipusam” gevierd. Een religieuze feestdag op de 10e maand van de Indiase kalender (Thai) en vernoemd naar de meest stralende ster die dan aan het firmanent staat (Pusam). Het draait allemaal om de heilige Murugan die in een grot woont en op deze dag een lans (=vel) krijgt om drie demonen te bestrijden. Er zijn vreselijk veel Hindoestanen in Maleisie en Murugan’s aanhangers brengen hem nog offers op verschillende plekken. De Batu mergelgrotten, net boven Kuala Lumpur, zijn ongetwijfeld de grootste bedevaartsplek en met het gloednieuwe goudbedekte beeld van Murugan bij de ingang dit jaar nog eens extra hip, en daar was ik dan dus natuurlijk ook! In een processie die de avond tevoor in Kuala Lumpur begint trekken de devotees naar de grotten om uiteindelijk op hun knieen naar boven te klimmen naar het tempelcomplex. Tot zover simpel
Maar. Om te boeten voor hun zonden en Murugan’s zegen te vragen gaan de hindoestanen wel erg ver. Hun offer is een “kavadi”, een soort houten/stalen constructie met een beeld van Ghanesh en Murugan die ze op hun hoofd dragen. Om dat geheel in balans te kunnen houden worden ijzeren pennen in schouders, rug en borst gestoken (au!) Alternatief is om fruit (appels, peren en limoenen) met ijzeren haken aan het vlees van je rug te hangen of bijvoorbeeld een karretje achter je aan te slepen dat aan ijzeren haken hangt. Pijn is fijn, zeg maar. Vrouwen en kinderen doen ook mee, ze lopen met een zware zilveren pot met melk omhoog. Dat hoofd is soms kaalgeschoren en bedekt met “turmeric” (wat is dat ook alweer in het NL?). Iedere toegewijde eerbetoner wordt in zijn tocht begeleidt door vrienden en familie die al dansend en “vel”, “vel” (lans, lans) zingend het geheel aanmoedigen. Carnaval.
Tja. Eigenlijk was het toeval dat ik hier verzeild raakte. Gewoon maar op een bus gesprongen toen ik ervan hoorde zonder al te goed te weten wat er aan de hand was. En onderweg werd die bus steeds voller met opgewonden Hindoestaanse families in kleurige gewaden, en ik vermaakte me prima. Eigenlijk zat ik al helemaal klaar om het allemaal niet te begrijpen, en gruwelijk te gaan vinden: zo’n andere cultuur toch. Maar het was echt prachtig en opwindend. Niks geen zelfopofferende stille devotie, het was feest! De kavadi’s werden geshowd en er werden grappen gemaakt, er werd gedanst en getrommeld en gezongen met vrienden en familie. De processiegangers waren trots en blij en in hun ogen glansde een soort van euforie. Sublimatie.
Het herinnerde me aan de blik in de ogen van een meisje dat ik ooit op MTV zag, zij deed aan zelfverwonding. Ze kraste met een mes diepe groeven in het vlees aan de binnenkant van haar heupen en onderarmen. Ze bloedde iedere dag. Waarom? Het was een zoektocht naar controle over haar leven vertelde ze, zoveel problemen waar ze geen grip op had dat het troostend werkte om een pijn te voelen die ze zelf bepaalde. En die pijn maakte dat ze over de andere dingen minder nadacht, het bekende en concrete gaat immers al snel voor het onbekende en onbeheersbare. Het deed me denken aan de pijn van honger en aan de pijn van sporten, pijn als een gewoonte, als een manier om met de dagelijkse problemen om te gaan. Pijn kan veel voldoening geven. Pijn als een manier om je problemen met andere te delen speelt ook een grote rol in de Khmer samenleving.
De Khmer laten nooit pijn zien, ze klagen er niet over en ze lijken het niet te voelen. Een eigenschap, of culturele norm, die westerse doktoren steeds weer vol verbazing constateren. Zelfs de meest extreme verwondingen worden met een ijzeren gezicht verdragen, de patient klaagt niet en lijkt geen verdoving nodig te hebben. Tegelijkertijd zijn er allerlei dagelijkse manieren in de traditionele Khmer geneeskunde die pijn tot een sociaal bindmiddel maken. Pijn is niet alleen fijn maar ook nog gezellig!
Zo kwam ik in mijn oude huis op een mooie morgen naar buiten en viel meteen in een lachbui toen ik mototaxichauffeur Pheap met twee grote pleisters op zijn slapen aantrof. Hij had hoofdpijn. Het was te grappig maar past in de cultuur om pijn zichtbaar te maken. Dat gebeurt met littekens door bijvoorbeeld het toepassen van bloedzuigers of vacuum gezogen potjes met brandend kapok (= moxibustion) op iemands rug. Of coinage waar met roodgloeiende munten strepen over iemands nek worden getroken. De rode littekens zijn nog weken zichtbaar en maken duidelijk dat de drager een probleem heeft, het moeilijk heeft. De littekens van pijn nodigen uit tot mededogen en een goed gesprek, het is een soort roep om hulp. Dus was het erg passend dat ik Pheap bezorgd vroeg hoe het met hem was, of ik iets voor hem kon doen. Zijn pleisters hadden hun doel bereikt. Bij veel van die traditionele methoden gaat het helemaal niet om fysieke problemen. Een emotioneel probleem is vaak de aanleiding om met een pijnlijke methode warmte en balans terug te brengen in het lichaam, om het herstel van het “goede bloed”. Doordat het lijdt tot uiterlijke signalen volgt dan een goed gesprek, en dat werkt natuurlijk het beste tegen emotionele problemen!
Kenny G is al lang afgelopen, ik ben weer terug in Phnom Penh waar ik dit hele verhaal in mijn kantoor voor jullie uittyp. De foto’s nog eens bekeken. Misschien zijn al die culturen lang niet zo verschillend, misschien is pijn best nuttig soms. Misschien is cultuur zo complex als een reggaebar in Kuala Lumpur met muziek van Kenny G. Iemand voor een tochtje naar de Pietersberg in Augustus?
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley